De mannen en vrouwen van '97: Peter Baars, René Ruitenberg en Jan Dirk Corts
Rene Ruitenberg wordt verblind door televisielicht en mist de stempelpost in Hindeloopen
Foto: Frits Zweed
Peter Baars
Leeftijd in 1997: 26 jaar
Nieuw-Vennep
Ondernemer
Getrouwd, vier kinderen
Peter:
“Op mijn veertiende ben ik begonnen met schaatsen. Sporten werd door mijn ouders gestimuleerd. Anders dan in deze tijd moest de jeugd er toen zelf meer voor doen. Door het werk thuis was het vaak te druk voor mijn ouders om mij naar de training te brengen. Via mijn schaatsvereniging De Blauwe Beugel uit Rijssenhout kon ik mee met een bus schaatsers naar de Jaap Edenbaan. Al snel werd ik fanatiek en ontdekte ik dat mijn talent vooral lag op de lange afstand.
Voor mijn ontwikkeling als schaatser waren mijn trainers Dirk Maarssen en Tjeerd Kooy heel belangrijk. In 1990 werd ik A-rijder. Samen met mijn vader runde ik inmiddels naast het schaatsen ons bedrijf. In de jaren negentig zijn we door de veranderingen in de agrarische sector overgestapt naar de bloementeelt. Thuis leerde ik al vroeg om de handen uit de mouwen te steken en daarbij zijn werkweken van zestig uur of meer altijd heel normaal geweest.
In de strenge winter van 1996 had ik laten zien ook op natuurijs met de besten mee te kunnen. De finalekoers van de Driedaagse van Ankeveen schreef ik destijds op mijn naam. Vlak voor de Elfstedentocht van 1997 werd ik Nederlands Kampioen op kunstijs. Tijdens de klassieker in Maasland, op 2 januari 1997, hoorden we dat de Elfstedentocht door zou gaan.In die tijd maakte ik deel uit van de VSP ploeg met Henk Angenent en Jan Eise Kromkamp. Vanuit Maaslang zijn wij met ploeg direct naar Eernewoude gegaan waar we verbleven. Onze ploegleider Henk Heetebrij zorgde ervoor dat alles perfect werd georganiseerd.
Vrij onbevangen stond ik aan het vertrek van de Elfstedentocht. Na een goede start arriveerde ik tegelijk bij de Zwette haven met Henk Angenent. Tot het Slotermeer maakte ik deel uit van de kopgroep, maar daarna ging het mis.
Je kon er door de slechte verlichting geen hand voor ogen zien en daar verloor ik zonder het door te hebben de aansluiting met de kopgroep. Ik heb zelfs even stil gestaan op het Slotermeer om de juiste koers te kunnen bepalen, maar de tijd tikte ondertussen wel door. Uiteindelijk ontdekte ik dat ik in de tweede groep reed die ongeveer vier minuten achterstand had op de kopgroep. Onderweg heb ik later alles gegeven en veel kopwerk verricht om het gat te dichten, maar tevergeefs.
Op de Dokkumer demarreerden Willem Poelstra, Ruud Borst en Hans Pieterse, inmiddels had ik zoveel van mijn krachten gevergd dat ik niet meekon. Bij Oudkerk hoorde ik dat Henk Angenent had gewonnen, dat was een mooie opsteker, want zelf was ik absoluut niet tevreden. Als 14e gleed ik over de eindstreep op de Bonkevaart.
De Elfstedentocht van 1997 heeft mijn ogen geopend waar het in het marathonschaatsen echt omgaat en vooral dat ik mij anders moest voorbereiden. In de jaren na de Elfstedentocht hoopte ik elk jaar op sportieve revanche en door mijn overwinning in de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee en het ONK heb ik daarmee wel laten zien daarbij recht van spreken te hebben.
Na de Elfstedentocht van 1997 trok de belangstelling van sponsoren aan voor het marathonschaatsen. Mede daardoor heb ik na die tijd altijd in sterke ploegen kunnen rijden (TVM, DSB, Proteq). Vaak had ik in de ploeg een dienende rol, maar ik zorgde er ook voor dat ik elk jaar een aantal overwinningen meepakte. En er zijn niet veel marathonschaatsers die de trilogie voltooid hebben door Nederlands Kampioen te worden op zowel kunst als natuurijs en een 200km wedstrijd te winnen.
Door de vette jaren in het marathonschaatsen was het voor mij mogelijk om de zaken zo te regelen dat ik naast mijn drukke werk tijd genoeg had om te trainen en te investeren in mijn bedrijf. Daar profiteer ik nu nog van.
Met veel plezier heb ik altijd geschaatst en daarom ik hechtte er veel waarde aan om op het juiste moment te stoppen. Na 2008 kwamen er vijf achtereenvolgende winters met natuurijswedstrijden in Nederland. Het zal mij toch niet gebeuren, dat ik tien jaar lang keihard getraind heb voor een herkansing in de Elfstedentocht en dat hij gehouden wordt in het jaar dat ik net gestopt ben. Gelukkig is dat niet gebeurd en nu hoop ik van harte op een volgende Elfstedentocht, alleen al omdat het goed is voor de sport en om zelf als toerrijder eens te kijken waar ik in 1997 allemaal langsgereden ben! “
Rene Ruitenberg
Leeftijd in 1997: 27 jaar
Elburg
Eigenaar Rene Kids Center
Getrouwd, drie kinderen
Rene:
“ Als 15 jarige jongen maakte het in 1985 natuurlijk veel indruk op mij dat mijn broer Henri tweede werd in de Elfstedentocht. Dat is voor mij ook een belangrijke reden geweest om zelf ook te gaan schaatsen. In de periode voor de Elfstedentocht van 1997 was ik goed in vorm. Ik was natuurlijk heel blij dat ik de kans kreeg om de Elfstedentocht te schaatsen, maar ik had ook twijfels of ik wel goed genoeg was om mee te doen om de winst.
Als ik toen geweten had wat ik nu weet van trainingsleer, dan had ik veel verder kunnen komen. De gekte die losbarstte na de afkondiging van de Elfstedentocht zette bij mij een enorme euforie ingang. De commercie dook er ook op. Eerst werden Henri en ik benaderd door Libertel. Als een van ons zou winnen, dan moesten we net als Ellen van Langen bij de Olympische Spelen van 1992 direct na de finish naar huis bellen. Het was de tijd dat de mobiele telefonie zijn intrede deed in Nederland. Ook KPN meldde zich bij ons met hetzelfde voorstel. Uiteindelijk kozen wij voor KPN.
Bij het hardlopen naar de start verzuurde ik al. Normaal gesproken was ik een betere loper dan Henri, maar hij passeerde mij vlak voor dat we naar de bankjes op het ijs liepen. Op dat moment viel ook mijn telefoon uit mijn zak op de grond.
Op het Slotermeer was het zeer chaotisch, en kwamen we schaatsers vanuit verschillende richtingen tegemoet. Nadat het licht werd kwam er een zekere rust in de kopgroep en werd er een gelijkmatig tempo gereden. In Hindeloopen reed ik vlak achter Piet Kleine, en vroeg ik mij af waar ik moest stempelen. Op een gegeven moment hoorde ik iets en ben ik vol gaan remmen. Ik was vijftig meter voorbij het stempelhokje en schaatste weer terug . De eersten uit de groep hadden hun stempel opzak en schaatsten verder, Toen nam ik intuïtief de beslissing om daar achterna te gaan. Even buiten Hindeloopen stond Piet op ons te wachten, hij was doorgereden.
Op een gegeven moment kwam er daarna een motor met een camera aangereden. Ik gezorgd dat ik opviel en in beeld kwam. De camera hield ik goed in de gaten en op het moment dat er op mij werd ingezoomd heb ik de telefoon uit mijn zak gepakt, het antennetje uit de telefoon getrokken en ben voor de vorm wat gaan praten. Dit beeld werd later vaak herhaald en ik had wisselgeld voor de sponsor. Ondertussen voelde ik mijn krachten afnemen. Op de Blikvaart na 150km schaatsen kwam ik te vallen, en zag ik de groep bij mij wegrijden. Ik had onderweg een paar keer mijn verzorging gemist en door een hongerklop had ik het even heel moeilijk.
Even stond ik daar moederziel alleen in het Noord-Friese land. Langs het parcours zag ik twee mannen staan, daar ben ik even gestopt. Ze hadden Jaegermeister bij zich. Daar heb ik een paar slokken van genomen, daarna ben ik aangesloten bij de groep die mij voorbij kwam. Na Dokkum kreeg ik een opleving en daardoor kon ik het laatste stuk voluit schaatsen. Als 13e passeerde ik de finish. In het FEC kreeg ik later te horen dat ik niet in de uitslag werd opgenomen vanwege een gemiste stempel, ook kreeg ik geen kruisje. In mijn carrière heb ik veel prijzen gewonnen, maar Ik heb heb ze na verloop van tijd allemaal naar een kringloopwinkel gebracht.
Ondanks mijn diskwalificatie is de Elfstedentocht toch voor mij een sportief hoogtepunt. Ik heb heel veel gewonnen maar de Elfstedentocht is het summum voor een marathonschaatser. Ik lig er nooit wakker van dat ik toen gediskwalificeerd ben, het zij zo.
In de week na de Elfstedentocht won ik drie klassiekers, waaronder de thuiswedstrijd op het Veluwemeer. Na 1997 ben ik veel meer aan lange duurtrainingen gaan doen. In de 200km wedstrijden op de Weissensee klasseerde ik mij na 1997 altijd in de top vijf van het klassement.
Mijn leven veranderde in 2002 radicaal door de plotselinge dood van mijn schoonzus. Er kwam toen het besef dat mijn leven tot dan toe weinig een zegen voor anderen is geweest. Uiteindelijk leidde dat het ontwikkelen van charitatieve initiatieven zoals de bouw van een kindertehuis in Namibië en later tot de oprichting van Rene Kids Centre. Ik doe nu de dingen die ik doe in het leven volgens het plan van god en ik merk dat ik daarvan geniet.
Op alle mogelijke manieren proberen we kinderen in Nambië te helpen. Inmiddels werken daar zes Nederlanders fulltime voor onze stichting. Ik heb bijna vijfentwintig jaar als topsporter geleefd, dat is nu een afgesloten hoofdstuk.“
Jan Dirk Corts
Koudekerk a/d Rijn
Leeftijd in 1997: 30 jaar
Boer /ondernemer
Jan Dirk:
“ In het najaar van 1984 gaf ik mij op aandringen van mijn toenmalige trainer Ge Hollander op als lid van de Elfstedenvereniging. Ik was toen nog maar 17 jaar. Twee maanden later profiteerde ik hier al van, toen er een Elfstedentocht verreden kon worden. Volkomen uitgeput kwam ik over de finish, ik startte in een van de eerste groepen en haalde als toerrijder zelfs wedstrijdrijders in. Van het evenement kreeg ik nauwelijks iets mee zo geconcentreerd was ik. Een jaar later in 1986 heb ik meer van de Elfstedentocht genoten.
Ik was vrij laat met schaatsen begonnen en miste daardoor voldoende basis voor een goede aansluiting bij het langebaanschaatsen te krijgen. Daarom koos ik na verloop van tijd voor het marathonschaatsen. Na de twee Elfstedentochten en volop natuurijswinters in de jaren tachtig was het marathonschaatsen ongekend populair. Er werd haast gevochten om een landelijk marathonnummer te krijgen. Na drie jaar bij de B rijders gereden te hebben werd ik A rijder. Ik was een goede middenmotor, maar ik heb mij nooit een topsporter gevoeld. Mijn werk op de boerderij stond altijd op de eerste plaats.
Ik kan mij de periode voorafgaand aan de Elfstedentocht van1997 nog goed herinneren. Op een vrijdag twee weken voor de Elfstedentocht van 1997 regende het de hele dag. Ik weet nog dat Henk Angenent er toen alles aangedaan heeft om op een dag heel zijn spruitenoogst van het land te krijgen omdat er strenge vorst werd voorspeld.
In de week voor de Elfstedentocht vroor het streng en op een bepaald moment waren op mijn boerderij alle waterleidingen bevroren. Met de hand heb ik toen al mijn vee van water moeten voorzien. Met man en macht moesten we op de boerderij aan het werk. Ondertussen liep de schaatskoorts op. In Ankeveen kon ik goed meekomen bij het NK op natuurijs. De temperatuur bleef ondertussen maar zakken.
Alle inspanningen werden mij teveel en ik kreeg een forse griep met enorme hoofdpijn. Toch wilde ik de klassieker in Maasland (op 2 januari 1997)niet missen. Tijdens de wedstrijd vernam ik dat de Elfstedentocht gehouden zou worden. Ik ben direct afgestapt.
Na een goede nachrust voelde ik mij weer helemaal fit. Samen met mijn ploeggenoten Rick van der Hoorn en Andries Kasper hebben we zelf onze verzorging voor onderweg georganiseerd. Daarna vertrokken we naar ons verblijf in Eernewoude.
De jongens hebben om enorm om mij gelachen omdat ik op de avond voor de tocht al mijn wedstrijdpak aanhad. Een belangrijk moment was vooraf dat een familielid mij belde en zei: ‘dit wordt het.., je gaat iets heel speciaals doen, je kan het winnen.’ Dat winnen was niet realistisch, maar wel een bepaald gevoel dat zijn opmerkingen teweeg brachten.
In de voorste groep kwam ik na de start aan bij de Zwette. Doordat ik snel mijn schaatsen kan aantrekken was ik ook als een van de eersten weg. Schaatsen, schaatsen ging door mijn hoofd, toen ik op de Zwette reed. Het ging loeihard. Op het Slotermeer verloor ik de aansluiting met de kopgroep. Lammert Huitema en Jan Eise Kromkamp gaven daar al aan dat de slag verloren was. Ruud Borst riep voortdurend om warm drinken, hijj had zijn verzorging gemist.
Bij Franeker werd Willem Poelstra door zijn fans enorm toegejuicht. Ik kende Willem nauwelijks. Even voor Hjium demarreerde, dat was een belangrijk moment in mijn wedstrijd. Soms denk ik nog weleens terug aan dat moment dat ik eigenlijk had moeten aanpikken. Op het laatste stuk, na Dokkum, had ik nog veel over en uiteindelijk wist ik als eerste van mijn groepje te finishen. Met de armen in de lucht kwam ik als 15e over de finish. Bij een gewone wedstrijd zou je dat op die positie nooit doen. Ik ben na de diskwalificatie van Piet Kleine en Rene Ruitenberg uiteindelijk als 13e geklasseerd. Met dat resultaat ben ik diktevreden. De volgende dag al startte ik samen met Henk Angenent en Ruud Borst in een wedstrijd in Alphen a/d Rijn. Dat had ik al toegezegd. Daarop volgde een dag later de huldiging van Henk Angenent in Alphen a/d Rijn. Daar stond ik lang in de kou, terwijl ik alles gegeven had in de Elfstedentocht. Opnieuw vatte ik kou en kreeg ik zware griep. Achteraf gezien had ik dit allemaal anders moeten aanpakken en mij meer moeten concentreren op de natuurijsklassiekers die na de Elfstedentocht verreden werden. Hiervan heb ik later veel geleerd, net als de mensenkennis die ik door het schaatsen heb opgedaan."
Bron: 'It giet oan, zei Kroes'
Comments