De mannen en vrouwen van '97 Arnold Gaasenbeek, Rein Jonker en Lauri Paalasmaa
Arnold Gaasenbeek
Leeftijd in 1997: 25 jaar
Maarssen
Medewerker boekhouding Universiteit Utrecht
Getrouwd, twee kinderen
Arnold:
“Mijn vader begon eind jaren zeventig met schaatsen. Als toerrijder nam hij geregeld deel aan de rondentochten op de Vechtse banen in Utrecht. Zowel mijn broer Robert als ik gingen weleens mee en wij werden ook aangestoken door het enthousiasme voor het schaatsen.
Prestaties als schaatser kwam het mij niet aanwaaien, ik heb er hard voor moeten werken om een complete rijder te worden. In het seizoen 1995-1996 won ik de klassieker in Maasland en werd ik derde in de Alternatieve Elfstedentocht in Finland.
In december 1996 verstapte ik me op mijn werk. Daardoor raakte mijn enkel zwaar gekneusd. De datum weet ik zelfs nog 17 december 1996. Ik werkte destijds als dierverzorger aan de Universiteit van Utrecht en ik zie mezelf nog zitten met die enkel in een grote teil met water om te koelen. Het was een bijzonder slecht moment om geblesseerd te raken, want in deze periode sloeg het weer om en begon het streng te vriezen. Met die dikke enkel kon ik niet in mijn schaatsschoenen komen terwijl mijn broer en mijn schaatsmaten al hun eerste trainingskilometers maakten op de Molenpolder, in de omgeving van het Utrechtse Westbroek probeerde ik zo vaak als ik kon naar de fysiotherapeut te bezoeken. De natuurijskoorts was opgelopen en het NK-natuurijs was al aangekondigd.
Na een aantal dagen thuis zitten kon ik het niet laten om te schaatsen op natuurijs, maar na een paar minuten was het al klaar! De pijn was te hevig om door te gaan. Hoe dan ook, op het NK in Ankeveen moest en zou ik van start en tot mijn vreugde kon ik toch een uurtje volhouden.
De volgende dag op 1 januari reed ik een baanmarathon uit in Heerenveen en de dag daaropvolgend wilde ik mijn titel in de klassieker van Maasland verdedigen. Tijdens die koers hoorden we dat de Elfstedentocht door zou gaan. Ondanks mijn blessure werd ik vierde in die wedstrijd, dat was een mooie opsteker.
In die tijd maakte ik met Ubbo Kuper deel uit van de Slager-ploeg en na de klassieker in Maasland gingen we direct door naar Friesland. In Hardergarijp overnachtten we in het E3-hotel. Het was voor mij vooraf heel onzeker hoe mijn enkel het zou houden. Samen met Ubbo bespraken we onze kansen, maar wat kon ik verwachten. Bij een Elfstedentocht komt meer kijken dan alleen het schaatsen.
Na een goede start arriveerde ik als een van de eersten bij de Zwette. Voor mijn gevoel heb ik daar minuten verloren omdat ik mijn opgezette enkel in mijn schaatsschoen moest wurmen.
Op de Zwette heb ik later een tijd achter Piet Kleine gereden, maar door een val moest ik lossen. Daarna ben ik nog twee keer gevallen, het leek wel of ik iedere scheur reed. Op het Slotermeer verloor ik de aansluiting met de kopgroep en kwam ik in de derde groep in de wedstrijd te rijden. In deze groep zaten ook Yoeri Lissenberg en Bart Veldkamp. Later bleek dat ze positie funest was om nog bij de kopgroep te komen. Daarvoor was de wind te hard.
Na Dokkum sloot nog een groepje bij ons aan en daardoor heb ik helaas later wat plekken verloren in de eindrangschikking. Met mijn 26e plaats was ik niet tevreden, er had meer ingezeten als ik in de beginfase van de wedstrijd niet de aansluiting had verloren. Dat is geen frustratie, ik zie de Elfstedentocht als een van de vele mooie sportervaringen die ik heb beleefd. Ook de dieptepunten vormen je. In Finland raakten bij de Alternatieve Elfstedentocht in 2000 mijn tenen bevroren en dat is even kritiek geweest. Uiteindelijk heb ik er geen ernstig letsel aan overgehouden en uit tegenslagen ben ik vaak sterker uitgekomen. In totaal ben ik veertien jaar A-rijder geweest, na een inactieve periode als schaatser ben ik sinds een aantal jaren weer actief bij de landelijke masterwedstrijden.
Het is leuk om samen met Robert aan deze wedstrijden deel te nemen. Dit heeft ook onze band versterkt. In de loop van de jaren is de kennis over trainen en materiaal enorm veranderd. Daar profiteer ik ook van en door mijn ervaring en conditie moet ik, als het geen jaren meer duurt, zeker in staat zijn om als wedstrijddeelnemer binnen de tijd te finishen in de 16e Elfstedentocht. Of ik dan bepaalde dingen anders aan ga pakken als in 1997, zeker weten!”
Rein Jonker
Leeftijd in 1997: 47 jaar
Wijtgaard
Chef kok verzorgingshuis (Gepensioneerd)
"Ik ben opgegroeid in Warten in een groot gezin. Uit de omgeving van Warten waren (vroeger) veel Elfstedenrijders afkomstig. Het schaatsen was mijn passie, daar was thuis natuurlijk geen tijd en geld voor. Dat betekende dat ik veel zelf moest doen om te kunnen schaatsen. Als jongeman ging ik zelf met de bus naar Deventer toen Thialf nog niet geopend was om daar te kunnen trainen. Met bewondering keek ik dan naar mannen als Reinier Paping en Jeen van den Berg, dat niveau wilde ik ook graag halen.
In 1985 heerste er in februari 1985 Elfstedenkoorts. Toen weerman Hans de Jong aankondigde dat we wel kievitseieren konden gaan zoeken en het niks meer zou worden met het winterweer ben ik afgereisd naar Polen om mee te doen met de alternatieve Elfstedentocht. Vlak voor het vertrek was ik met een hersenschudding beland in het ziekenhuis, na een val bij een wedstrijd in Ankeveen. Maar ik moest en zou naar de Alternatieve Elfstedentocht. Eenmaal in Polen hoorden we dat de Elfstedentocht was aangekondigd. Met zeer veel moeite wisten en met verschrikkelijke toestanden wisten we op tijd thuis te komen. Mijn sponsor had toegezegd dat hij mij met een helikopter zou bevoorraden. Ik hoefde maar mijn hand op te steken en dan zou ik bevoorraad worden. De helikopter kreeg uiteindelijk geen toestemming en ik had geen verzorging onderweg. Op nauwelijks eten en drinken wist ik toch de 15e plaats te behalen. Die Elfstedentocht was een geweldige ervaring en ik besloot er in de zomer er alles aan te doen om optimaal getraind te zijn voor een volgende Elfstedentocht. Toen kwam er, een jaar later, ook nog een Elfstedentocht en verkeerde ik in de vorm van mijn leven.
Samen met Evert van Benthem ging in de laatste fase van de wedstrijd aan de leiding. Helaas sloeg het noodlot toe en raakte een motor van de NOS mij bij een val. Daardoor ging ik niet optimaal de finale in. Overigens beschouw ik de tweede plaats in de Elfstedentocht van 1986 als een fantastisch resultaat. Maar het effect van de tweede plaats werd mij ook gelijk duidelijk. Alle journalisten doken op Evert en ik wist genoeg.
In 1997 was is 46 jaar oud maar nog goed genoeg in vorm om mee te kunnen aan de wedstrijd. Mijn zoon reed mee, langs het parcours, op een motor en bevoorraadde mij onderweg. Dat verliep uitstekend. Een fysiotherapeut had mij ingetaped om bij het klunen geen last te hebben van mijn enkels. Even dreigde ik daar bij de start door die tape niet in mijn schaatsschoenen te komen. Maar na wat stressvol gedoe lukte dat toch, en begon ik aan een inhaalrace op de Zwette, mijn trainingsgebied op natuurijs.
Vlak voor Stavoren verloor ik de aansluiting met kopgroep, samen met Bart Veldkamp ben ik verder gegaan. Bijna 120km lang hebben Bart en ik samen geknokt om naar Dokkum te komen. Kop over kop schaatsend. Dat vond ik wel bijzonder, dat ik als 46 jarige schaatste in de Elfstedentocht met de olympisch kampioen van Albertville (1992). Uiteindelijk kwam ik op de 25e plaats binnen."
Lauri Paalasmaa (rechts)
Lauri:
“In Finland is ijshockey meestal de eerste sport die kinderen beoefenen. Het schaatsonderdeel ging goed, dat gold niet voor mijn spel. Op mijn 17e jaar stapte ik daarom over naar wielrennen en later naar het langebaanschaatsen. Voor het korte werk had ik nauwelijks motivatie. De 10km vond ik de leukste afstand om te rijden. Bij toeval zag ik op de Finse TV een programma over de Elfstedentocht. Dat leek mij gelijk geweldig om daaraan deel te nemen. Toen ben ik mij hier wat in gaan verdiepen en ontdekte ik dat in Kuopio, de Finlandicemarathon wordt georganiseerd. Daar deed ik aan mee en die wedstrijd won ik ook. Ploegleider Marten Hoekstra zag mij daar schaatsen en haalde mij over om naar Nederland te komen.
Een aantal jaren heb ik vervolgens doorgebracht in Oudehaske. Halverwege de jaren negentig was ik op mijn sterkst, zowel in Finland als op de Weissensee klasseerde ik mij diverse keren bij de top vijf in de Alternatieve Elfstedentocht. Nooit zal ik mijn gevoel vergeten toen de Elfstedentocht werd aangekondigd. Er ging een soort (positieve) paniek door Nederland.
Terwijl ik mij voorbereidde op de belangrijkste schaatswedstrijd van mijn leven lag mij vrouw, in Finland, hoogzwanger voor de bevalling in het ziekenhuis. Over de aanstaande bevalling hadden ze mij niet geïnformeerd.
Na een uitstekende start in de Elfstedentocht ging ik als eerste het ijs op. Marten Hoekstra had mij geadviseerd om zo snel mogelijk de loopschoenen voor de schaatsen te verwisselen. Tot IJlst zat ik in de kopgroep. Na een harde val waarbij later bleek dat ik een breuk in mijn heup had opgelopen verloor ik de aansluiting met de kopgroep.
Het schaatsen van de Elfstedentocht is de mooiste dag van mijn leven geweest. Maar op sportief gebied heb ik tegelijkertijd vijf uur lang gebaald nadat ik uit de kopgroep was geraakt. Als ik niet gevallen was had ik er tot op het laatst bijgezeten, daar ben ik van overtuigd.
Bij Harlingen lag veel zand op het ijs. Door de strenge vorst was dat zand keihard en op sommige stukken kwam ik daar nauwelijks vooruit. Het klunen vond ik heel bijzonder om mee te maken net als mijn finish op de Bonkevaart. Het moet een raar gezicht zijn geweest omdat mijn heup nog bloedde van mijn val aan het begin van de tocht.
Tussen de finish van Henk Angenent en die van mij is mijn zoon geboren. Een paar uur na afloop van de wedstrijd kreeg ik eindelijk contact met mijn vrouw. Als aandenken heb ik Henk als tweede naam aan mijn zoon gegeven. De Finse media besteedden ruim aandacht aan mijn prestatie in de Elfstedentocht.
In 1998 ben ik teruggekeerd naar Finland. Af en toe vertel ik mijn kinderen nog over die memorabele dag. Via internet volg ik het marathonschaatsen in Nederland. Ook krijg ik via mijn kinderen die aan internationale inlineskate wedstrijden meedoen nog regelmatig wat over het Nederlandse schaatsen te horen. Ondanks dat ik tegenwoordig werkzaam ben voor een Siberisch IJshockeyteam zal ik er in de toekomst alles aandoen om naar Nederland te komen mocht het it giet on weer eens gaan klinken."
[1] foto: www.luisteluliitto.fi
Comments