Wim Westerveld: Alles verandert behalve de baan
Wim Westerveld (73) is een icoon van het marathonschaatsen. De Eemnesser maakt sinds de entree van de marathondiscipline -begin jaren zeventig- deel uit van het marathonwereldje. Voor die tijd was hij (in de jaren zestig) een verdienstelijk tienkamper op regionaal niveau, met een opvallend groot uithoudingsvermogen. Hij won bij het NK Atletiek in 1964 in Beverwijk brons op het onderdeel polsstokhoogspringen. Westerveld stopte enige tijd later met atletiek en werd (marathon) schaatser. Hij bouwde in de loop van de jaren een indrukwekkend schaatspalmares op. Zijn overwinningen in de Alternatieve Elfstedentocht in Ottawa in 1984 en zijn zesde plaats in de Elfstedentocht in 1985 springen het meest in het oog. Ook zijn vrouw (Betty Westerveld-van Rijn) was een fanatiek marathonschaatsster. Zowel in 1985 als in 1986 werd zij tweede in de Elfstedentocht.
Tijdens zijn schaatscarrière was Wim Westerveld trainer van de Gooise Hardrijdersvereniging (GHV), na zijn actieve carrière werd hij trainer van de Utrechtse baanselectie (marathon). Na zijn trainerschap richtte hij zich op het jurywerk, Wim is o.a. jurylid in de (landelijke) marathoncompetitie. Om zijn mening windt Westerveld bepaald geen doekjes. Hij gaat rechtuit als gaat over de ontwikkelingen in de schaatssport. Daarbij heeft hij een opvallende kijk over de ontwikkelingen in het langebaanschaatsen. ‘In de 125 jaar dat het langebaanschaatsen bestaat, is de snelheid enorm gestegen, de lengte van de wedstrijdbaan bleef gek genoeg hetzelfde. Dat is toch absurd!’
Veranderingen:
‘Neem nu de 500m’, toen men overstapte van een wollen schaatspak naar een van nylon, schoten de tijden naar beneden. In 1956 gold 40,2 als wereldrecord op deze afstand’, lacht Wim. ‘Dat was toen hard hoor! In 1975 zorgde Franz Krienbuhl voor een nieuwe revolutie, de ‘eendelige pakken’’. Westerveld weet nog goed dat daar in eerste instantie hard om werd gelachen. Dat was snel over nadat bleek dat door het dragen van de pakken enorm snelheidsvoordeel te behalen viel.
De Rus Koelikov zette het wereldrecord toen het wereldrecord op de 500m op 37,0 sec. Westerveld heeft het schema met de ontwikkelingen van de wereldrecords op de langebaan uitgeprint. Achter alle wereldrecords heeft hij aangegeven of er in die tijd een innovatie in de schaatssport plaatsvond. ‘Kijk, 1987! Toen werd de eerste overdekte kunstijsbaan gebouwd. Bam, nieuwe wereldrecords. Over de komst van de klapschaats is hij duidelijk: ‘met een mindere techniek kan je een hogere snelheid halen. Je kunt je afvragen of dat toestaan wel verstandig is geweest!’
De bocht uitvliegen
Niet alleen de klapschaats, ook hooglandbanen en enorme ontwikkelingen op het gebied van training en voeding zorgde voor een ongekende snelheidsverbetering. Over de keerzijde daarvan is Westerveld resoluut: ‘Steeds meer rijders vliegen de bocht uit. Er is na het schaatsen geen sport te bedenken waar je buiten het uitgezette parcours mag komen.’ Ook over het voordeel van een binnen of buitenbocht en de kruising is hij duidelijk: ‘eigenlijk maakt de sport zich hiermee een beetje belachelijk.’
Het kan anders
Het wordt tijd om de baan aan te passen vindt Westerveld. Hij pleit voor radicale veranderingen. ‘Waarom wordt er geen 400m baan uitgezet waarbij de rijders elkaar niet hoeven te kruisen?’ Daarvoor heeft hij (alvast) een ingenieus plan bedacht. De rijders starten gespiegeld aan elkaar aan weerszijde van de schaatsbaan. Per afstand heeft hij bepaald waar dan de startpositie moet. Aan alles lijkt hij gedacht te hebben. ‘Als een rijder (in mijn systeem) wordt ingehaald moet hij of zij plaatsmaken. Via de moderne techniek kun je makkelijk alles heel inzichtelijk en visueel maken.’
Pi
Met een berekening demonstreert Westerveld zijn plan. ‘Als je het rechte eind bepaalt op 110,46 meter en de bochten op 179,07 meter (in totaal) dan hoef je bij een langebaanwedstrijd niet meer te kruisen.’ Als het aan hem ligt moeten ze bij de ISU ‘snel gaan bewegen’. Een eerlijkere competitie en een hogere startsnelheden op de lange afstanden is dan het gevolg. Nadelen zijn er ook: ‘Je hebt twee rondenborden nodig en het zal even wennen zijn, maar na 125 jaar zonder veranderingen aan de baan, moet er (toch) iets gebeuren….’